"Along the way I stopped into a coffee shop. All around me normal, everyday city types were going about their normal, everyday affairs. Lovers were whispering to each other, businessmen were poring over spread sheets, college kids were planning their next ski trip and discussing the new Police album. We could have been in any city in Japan. Transplant this coffee shop scene to Yokohama or Fukuoka and nothing would seem out of place. In spite of which - or, rather, all the more because - here I was, sitting in this coffee shop, drinking my coffee, feeling a desperate loneliness. I alone was the outsider. I had no place here."
Haruki Murakami, Dance Dance Dance
Reading Murakami is like being at home while listening to jazz and cooking something exquisite just for you, in your small but perfect kitchen. You think you feel at ease in your world, you think it's just right the way it is, when all of the sudden a monster taps on your window. It's a monster, you know it is. It looks terribly scary but at the same time you feel sorry for it and want to discover what it wants from you. So you open the window and ask the monster what he wants. And then...a journey not unlike Alice in Wonderland starts imposing itself on you.
It's amazing.
(LB)
Anyway, it seems to me that the way most people go on living (I suppose there are a few exceptions), they think that the world of life (or whatever) is this place where everything is (or is supposed to be) basically logical and consistent. ... It's like when you put instant rice pudding mix in a bowl in the microwave and push the button, and you take the cover off when it rings, and there you've got rice pudding. I mean, what happens in between the time when you push the switch and when the microwave rings? You can't tell what's going on under the cover. Maybe the instant rice pudding first turns into macaroni cheese in the darkness when nobody's looking and only then turns back into rice pudding. We think it's natural to get rice pudding after we put rice pudding mix in the microwave and the bell rings, but to me that's just a presumption. I would be kind of relieved if, every once in a while, after you put rice pudding mix in the microwave and it rang and you opened the top, you got macaroni cheese. ...
Haruki Murakami, The wind-up bird chronicle
Tuesday, June 19, 2007
Thursday, June 07, 2007
Daniel en Marisa
Elke keer als hij de trap op loopt hoort hij het kraken van de treden. Ik ben niet gelukkig, denkt hij dan. Als ik gelukkig was zou ik twee treden tegelijk nemen en denken aan wat ik boven allemaal te doen had en het gekraak niet eens bewust horen. En toch..zou het kunnen zijn dat als hij op een dag het vertrouwde gekraak niet meer zou horen hij het zelfs zou missen? De "Million Dollar Question", want boven wacht Marisa op hem, zoals altijd, en alhoewel hij het fijn vindt dat ze op hem wacht en zin heeft om haar te zien, vindt hij eigenlijk dat ze ergens anders zou moeten zijn. In dat geval zou hij binnenkomen, zijn nette pak uittrekken en op de grond laten vallen. Een spoor van kleren. Broek, stap, overhemd, stap, gilet, stap, kast. In korte broek zou hij naar de koelkast lopen, een pak sap pakken en zonder glas eruit drinken en daarna hard boeren. Vervolgens zou hij de tv aan doen en languit op de bank gaan liggen. Een paar uur later zou ze dan thuis komen met frisse rode wangen van de avondkou en hem vertellen wat ze allemaal had gedaan. Dan zou hij misschien wel zijn best doen om rechtop te zitten en zou hij terwijl ze praat zelfs zijn kleren netjes over een stoel hangen.
Maar ze is altijd daar. Hij gooit lege blikjes op de grond, hij boert, hij vloekt, kijkt haar uitdagend aan maar ze zegt niks. Ze is gewoon blij hem te zien en ze lacht. Of ze hem toelacht of uitlacht is niet altijd duidelijk maar ze laat hem begaan. Wat hij ook doet. Het is toch zijn huis? Ze zit altijd zo op haar gemak in kleermakerszit op zijn bank, dat viel hem de eerste keer al op. De eerste keer dat ze in haar nette werkkleding zijn zwijnenstal binnenschreed was het alsof ze nooit iets anders gedaan had. Hij verbaasde zich erover en doet dat nog want hoe kan iemand meteen ergens zo op haar gemak zijn terwijl hij daar zelf tijden over doet, als hij zich al ooit ergens op zijn gemak voelt? En dan haar toewijding. Hij heeft het niet verdiend. Het ergert hem. Hij hoeft niks uit te leggen over wat hij denkt want ze begrijpt hem altijd. Twee woorden zijn genoeg, wat dat betreft komt ze dichtbij de vrouw waarvan hij altijd gedroomd heeft. In zijn dromen echter is niet alleen Marisa zoals Marisa is, maar is ook hijzelf een ander persoon. De persoon die hij zou willen zijn. Die persoon is een schim want hij weet niet hoe hij zou willen zijn, hij weet niet hoe hij zou moeten zijn dus hoe zou hij kunnen weten wat te doen om 'er' te komen als er van de 'er' in zijn hoofd geen definitie is. Ook haar begrip is onverdraaglijk. Werd ze maar een keer kwaad, schold ze hem maar eens uit. Haar hele houding verraadt toch so wie so dat ze het zoveel beter weet en dat ze zo goed is opgevoed?
Hij steekt de sleutel in het sleutelgat. Hij weet al waar ze zit of staat. Ze zit of op de bank, in kleermakerszit, met de afstandbediening in haar hand en haar hoofd tegen een kussen geleund, of ze staat in de keuken en glimlacht naar hem als hij binnen komt. De keuken heeft de onovertrefbare geur van ui, knoflook, gember en pepertjes in olijfolie. Haar glimlach is mooi en oprecht. Had hij hem maar verdiend, dan had hij er echt van kunnen genieten.
Marisa steekt nu een sigaret op en kijkt naar de tekst op haar beeldscherm. Moet dit een verhaal over Daniel worden en over de tijd die ze samen hebben doorgebracht meer dan twee jaar geleden? Over hoe hij of zij het anders had kunnen doen? Over wat het had kunnen zijn? Ze kijkt naar buiten. Het heeft geen zin. Zelfs het uitzicht vanuit het raam van haar eigen appartement, waar ze samen nooit waren, roept beelden op van hun samen. Twee houten stoelen voor een open raam. Hij had de buis van haar stofzuiger tussen het schuifraam en de vensterbank gestoken zodat ze zoveel mogelijk koelte zouden krijgen op die hete zomeravond. Een grote joint en onsamenhangende gesprekken. Waar doet dit alles haar toch aan denken? Wanneer is haar leven voorgoed veranderd? Het was niet toen ze hem ontmoette maar toen ze hem weer ontmoette. Het liefdesleven van Marisa kent cycli. Ze ziet het nu heel duidelijk voor zich. Toen ze 16 was, toen ze 24 was en toen ze 32 was. Het magische nummer is 8. Acht jaar verschil tussen momenten waarop de donkere kant van drie mannen haar absorbeerde. Elke keer besefte ze weer hoe heerlijk en hoe afgrijselijk liefdeslijden kan zijn...
Nu is ze 36. Ouder en wijzer. Het is genoeg geweest.
Daniel vindt het moeilijk om te zeggen dat hij verder wil zonder haar. Ze begrijpt het niet en ze begrijpt het wel. Hij is nu weer alleen met het vertrouwde gekraak van de traptreden. Met het vertrouwde ongelukkig zijn. Met het vertrouwde zoeken naar geluk. Met het vertrouwde weten dat geluk en hij niet op dezelfde pagina thuis horen.
En Marisa? Zij loopt echt rond op deze planeet en haar hart, vol kleine lege plekjes als lege coupés in een trein, als lege glazen naast een volle fles wijn, is weer heel en klaar om opgevuld te worden.
Maar ze is altijd daar. Hij gooit lege blikjes op de grond, hij boert, hij vloekt, kijkt haar uitdagend aan maar ze zegt niks. Ze is gewoon blij hem te zien en ze lacht. Of ze hem toelacht of uitlacht is niet altijd duidelijk maar ze laat hem begaan. Wat hij ook doet. Het is toch zijn huis? Ze zit altijd zo op haar gemak in kleermakerszit op zijn bank, dat viel hem de eerste keer al op. De eerste keer dat ze in haar nette werkkleding zijn zwijnenstal binnenschreed was het alsof ze nooit iets anders gedaan had. Hij verbaasde zich erover en doet dat nog want hoe kan iemand meteen ergens zo op haar gemak zijn terwijl hij daar zelf tijden over doet, als hij zich al ooit ergens op zijn gemak voelt? En dan haar toewijding. Hij heeft het niet verdiend. Het ergert hem. Hij hoeft niks uit te leggen over wat hij denkt want ze begrijpt hem altijd. Twee woorden zijn genoeg, wat dat betreft komt ze dichtbij de vrouw waarvan hij altijd gedroomd heeft. In zijn dromen echter is niet alleen Marisa zoals Marisa is, maar is ook hijzelf een ander persoon. De persoon die hij zou willen zijn. Die persoon is een schim want hij weet niet hoe hij zou willen zijn, hij weet niet hoe hij zou moeten zijn dus hoe zou hij kunnen weten wat te doen om 'er' te komen als er van de 'er' in zijn hoofd geen definitie is. Ook haar begrip is onverdraaglijk. Werd ze maar een keer kwaad, schold ze hem maar eens uit. Haar hele houding verraadt toch so wie so dat ze het zoveel beter weet en dat ze zo goed is opgevoed?
Hij steekt de sleutel in het sleutelgat. Hij weet al waar ze zit of staat. Ze zit of op de bank, in kleermakerszit, met de afstandbediening in haar hand en haar hoofd tegen een kussen geleund, of ze staat in de keuken en glimlacht naar hem als hij binnen komt. De keuken heeft de onovertrefbare geur van ui, knoflook, gember en pepertjes in olijfolie. Haar glimlach is mooi en oprecht. Had hij hem maar verdiend, dan had hij er echt van kunnen genieten.
Marisa steekt nu een sigaret op en kijkt naar de tekst op haar beeldscherm. Moet dit een verhaal over Daniel worden en over de tijd die ze samen hebben doorgebracht meer dan twee jaar geleden? Over hoe hij of zij het anders had kunnen doen? Over wat het had kunnen zijn? Ze kijkt naar buiten. Het heeft geen zin. Zelfs het uitzicht vanuit het raam van haar eigen appartement, waar ze samen nooit waren, roept beelden op van hun samen. Twee houten stoelen voor een open raam. Hij had de buis van haar stofzuiger tussen het schuifraam en de vensterbank gestoken zodat ze zoveel mogelijk koelte zouden krijgen op die hete zomeravond. Een grote joint en onsamenhangende gesprekken. Waar doet dit alles haar toch aan denken? Wanneer is haar leven voorgoed veranderd? Het was niet toen ze hem ontmoette maar toen ze hem weer ontmoette. Het liefdesleven van Marisa kent cycli. Ze ziet het nu heel duidelijk voor zich. Toen ze 16 was, toen ze 24 was en toen ze 32 was. Het magische nummer is 8. Acht jaar verschil tussen momenten waarop de donkere kant van drie mannen haar absorbeerde. Elke keer besefte ze weer hoe heerlijk en hoe afgrijselijk liefdeslijden kan zijn...
Nu is ze 36. Ouder en wijzer. Het is genoeg geweest.
Daniel vindt het moeilijk om te zeggen dat hij verder wil zonder haar. Ze begrijpt het niet en ze begrijpt het wel. Hij is nu weer alleen met het vertrouwde gekraak van de traptreden. Met het vertrouwde ongelukkig zijn. Met het vertrouwde zoeken naar geluk. Met het vertrouwde weten dat geluk en hij niet op dezelfde pagina thuis horen.
En Marisa? Zij loopt echt rond op deze planeet en haar hart, vol kleine lege plekjes als lege coupés in een trein, als lege glazen naast een volle fles wijn, is weer heel en klaar om opgevuld te worden.
Subscribe to:
Posts (Atom)